De geschiedenis van glas-in-lood.
Vanaf de Karolingische tijd (9e eeuw) waarbij men spreekt over de Preromaanse stijl, zijn de stijlen aan heel wat veranderingen onderhevig geweest. Zo ontstond de Romaanse stijl. De Romaanse stijl werd voornamelijk in kathedralen toegepast en stelde vaak heiligenlevens voor. Een mooi voorbeeld van de romaanse stijl is te zien in de Dom in Augsburg (Duitsland).
De Gotische architectuur ontstaat in de 12e eeuw en beslaat een periode tot in de 15e eeuw. Door technische vernieuwingen werd het mogelijk om de in de Romaanse periode gebruikte dikke en zware muren, te vervangen door lichtere muren. Hierdoor werd het mogelijk om grote raamopeningen te maken, waardoor het glas-in-loodraam een belangrijke rol kreeg. De gotische stijl kenmerkt zich doordat de gebrandschilderde figuren minder statisch en meer gemodelleerd zijn dan tijdens de romaanse stijlperiode. In de Notre Dame in Parijs (Frankrijk) zijn glas-in-loodramen uit deze periode te zien.
De Renaissance (betekent letterlijk “wedergeboorte”) begint in de 15e eeuw en duurt voort tot ver in de 16e eeuw. In deze periode werd de oudheid (de klassieke Griekse en Romeinse wereld) een bron van inspiratie voor wetenschappers, filosofen en kunstenaars.
Kenmerkend voor het glas-in-lood tijdens de Renaissance, zijn de zware loodlijnen en het gebruik van zilvergeel met een filigraan achtergrond.
Een voorbeeld van een glas-in-loodraam uit deze periode, is De boom van Jesse, welke te vinden is in de kerk van Saint-Etienne in Beauvais (Frankrijk).
Door een opeenvolging van oorlogen en religieuze twisten, raakte de glas-in-loodkunst tijdens de 17e en 18e eeuw in verval. De belangstelling voor glas-in-lood verdween en door gebrekkig onderhoud raakte veel glas-in-lood in verval.
Pas tijdens de 19e eeuw herwon glas-in-lood weer aan belangstelling en werd door nieuwe, goedkopere productiemethoden, voor een breder publiek beschikbaar. Zo ontwikkelde in de Verenigde Staten, Louis Comfort Tiffany, een techniek die bekend werd onder de naam Tiffany. Doordat Tiffany zijn producten in serie ging vervaardigen, werden deze betaalbaar voor een groter publiek. Vooral de Tiffany lampen zijn erg bekend geworden. De bekendste lampen zijn “Dragon fly” (Libelle) en “Wisteria” (blauwe regen) Het zijn typische Art Nouveau thema’s uit de natuur.
In het laatste decennium van de 19e eeuw, ontwikkelt zich in Duitsland een stijl, die bekend wordt als Jugendstil. In Frankrijk krijgt deze stijl bekendheid onder de naam Art Nouveau. Hoewel er veel overeenkomsten zijn, is Art Nouveau vloeiender van vorm dan de wat strengere en hoekigere Jugendstil. Jugendstil wordt in de volksmond vanwege de golvende lijnen, ook wel spaghettistijl genoemd. Karakteristiek voor zowel Jugendstil als Art Nouveau, is het gebruik van natuurmotieven, zoals gestileerde planten en dieren. Vaak vindt men in deze stijl Japanse kenmerken terug (zoals de waaiervorm)
Het Jugendstil tijdperk (en de afgeleide stijlen) loopt tot 1914.
Als reactie op Jugendstil, wordt begin 20e eeuw de stijl Art Deco ontwikkeld. Deze stijl, die vooral populair is in de jaren 1920 tot 1930, kenmerkt zich door strakke, eenvoudige geometrische vormen.
In het begin van de 20e eeuw ontwikkelt zich onder invloed van de woningnood in Amsterdam, een bouwstijl die de Amsterdamse school genoemd wordt. In verschillende bouwwerken die gebouwd zijn volgens de markante bouwstijl van de Amsterdamse school, vindt men glas-in-lood ontworpen in dezelfde traditie. Kenmerkend voor deze stijl, zijn de symmetrische patronen en het gebruik van brandschilderingen.
De Stijl, is een stroming die zich kenmerkt door abstracte, sterk geometrische orde en gebruik van de primaire kleuren rood, blauw en geel. De Stijl is populair van 1915 tot 1930.
Technische ontwikkelingen tijdens de laatste decennia, hebben er toe geleid dat er momenteel veel mogelijk is bij het ontwerpen en vervaardigen van glas-in-lood. Door innovatieve productietechnieken, is glas-in-lood betaalbaar geworden en is het mogelijk om persoonlijke voorkeuren te verwerken in het ontwerp.